zaterdag 23 juli 2011

Herfst in Frankrijk.

Het lijkt wel herfst!
Vanochtend was het mijn beurt om brood te halen voor 3 boten en toen ik om 08:15 mijn hoofd buiten de deur stak was het 8 graden Celsius en hing er een dikke mist boven het water. In de hoek van de bimini had een spin een groot web geweven wat ook vol hing met dauwdruppels.
En zo is het al heel de week. Koud in de ochtend met nevel, heel veel regen in heftige buien, jagende wolken en heel af en toe de zon. Het is dan ook wel zo dat wanneer de zon zich laat zien de temperatuur direct omhoog schiet en wij jassen en truien moeten uitdoen om niet te puffen van de hitte.

3 bemanningen aan boord "Vaarttuig"
Toch is het geen reden om naar huis te komen. De 3 boten die gezamenlijk de tunnel van Mauvages genomen hebben varen nog steeds samen op en hebben onderling veel contact en veel plezier.
We varen 2 of 3 dagen, blijven dan een dagje ergens liggen wanneer of het weer te slecht is of we in een leuk plaatsje zijn en gaan dan weer verder.
Varen in dit deel van Frankrijk is overigens een speciale belevenis. We hebben lang op de (gekanaliseerde) Maas gevaren om die steeds smaller en ondieper te zien worden totdat we die na Commercy verlaten hebben. Daarna zijn we het Marne-Rijn kanaal opgevaren en dat is dus echt een kunstmatig geval. Het slingert zich door het landschap over bruggen (aquaducten) en ligt op sommige plaatsen tegen de heuvel aangeplakt. Het water is kraakhelder en overal zijn grote vissen te zien tussen de waterplanten.
van wal naar wal dichtgegroeid!
Waterplanten: praat me er niet van! Captain Udo noemt ons "Spinat schneider" en zo is het ook. Op sommige trajecten lieten we een breed spoor van gesneden waterplanten na en we voelden aan het schip dat het moeite kostte om door dat moeras heen te ploegen. Op het toppunt moesten we elke 2 sluizen de motor stilzetten om het wierfilter leeg te maken. En als je dan weet dat de sluizen nog geen kilometer uit elkaar liggen, dan krijg je een idee hoe dicht de begroeiing in het kanaal is!

en dan is dit het resultaat!!
Een andere interessante ervaring is die van het dieseltanken. Wij leefden nog steeds in de veronderstelling dat om de zoveel plaatsen er aan het water wel een pomp zou staan. Niets is minder waar. Toegegeven; we hebben er een gemist. Ik heb hem wel gezien, maar aangezien het van een verhuurbedrijf was zijn we doorgevaren met de intentie in Nancy te gaan tanken. Na ons gesprek met de "Anyway" en het besluit een andere route te gaan varen ben ik nog eens gaan rekenen om te kijken of ik wel in staat was om Reims en de volgende pomp aan het water te halen.
Nou, dat was schrikken. 2 keer geteld en ik had toch echt al 130 uur sinds de laatste tankbeurt gedraaid. Met een gemiddeld verbruik van 5 liter per uur betekent dat een verbruik van 650 liter. En aangezien wij een tank hebben van 700 liter, zouden we nog maar 50 liter hebben. Wij gingen dus nergens naar toe zonder eerst de diesel te hebben aangevuld!!!!
op de fiets van Captain Udo
diesel halen met Ido.
Dan is het toch mooi om het bootjesvolk in actie te zien komen! De "Anyway" bood direct hulp en een tank van 30 liter aan en een andere boot een jerrycan van 20 liter. Samen met Ido, op de (grote) fiets van zijn vrouw, hebben wij die avond nog 2 keer heen en weer gefietst naar een tankstation om zo de voorraad met 100 liter aan te vullen. De dag erna zijn we erin geslaagd om een mannetje van VNF met z'n auto te charteren om 10 km naar de dichtsbijzijnde pomp te rijden en nog een keer 50 liter te halen. En de dag daarna zijn Ido en ik nog  4 keer op en neer gefietst naar weer een andere pomp voor nog eens 120 liter voor "Vaarttuig" en 40 liter voor "Anyway". Voorlopig kunnen we er weer tegen en Reims halen we nu makkelijk! Wel gaat nu in iedere sluis de motor uit!! en met deze aantallen scheelt dat al gauw 2 motoruren per dag!

de Duc de Bar voor het Horloge uit 1381
En zo zijn we intussen gevorderd tot Bar-le-Duc. Zeer oude stad met een prachtige Renaissance wijk. Alhoewel: zou prachtig kunnen zijn. Dat wat gerestaureerd is ziet er zeer fraai uit, maar helaas is er ook heel veel dat in ernstige staat van verkommering is. Toch hebben we heel veel moois gezien en de sfeer van de oude stad is uniek.

Bar-le-Duc is ook het rayon hoofdkwartier van VNF, de maatschappij die de sluizen beheert. Ik ben daar dus op bezoek gegaan om te informeren naar de stand van zaken  van mijn schadeaangifte. Hier werd bevestigd waar ik al bang voor was: nee, zij doen verder niets met mijn aangifte. Het formulier dat zij hebben ingevuld wordt alleen gemaakt ten behoeve van mijn verzekering. Het duurde even voor het tot ze doordrong dat ik daar geen genoegen mee nam en dat ik ze wel degelijk verantwoordelijk wilde houden voor de schade die we opgelopen hebben doordat hun sluis niet fatsoenlijk functioneerde. Na druk telefonisch overleg met Nancy kreeg ik uiteindelijk een naam en adres van iemand van de juridische afdeling. Nou, die gaan we maar eens een briefje sturen met het goede nieuws. Ik ben bang dat dit nog wel eens heel lang kan gaan duren.......
Heb het bureau van het VNF Rayonhoofd overgenomen
om mijn vignet te verlengen!
Wat ook heel lang duurde was het verlengen van ons vignet. Door de verandering van route blijven we langer in Frankrijk en heb ik dus een verlenging van mijn vignet nodig. Ik heb met satanisch genoegen gadegeslagen hoe het rayonhoofd een kwartier met zijn eigen website in de slag is geweest om überhaupt uit te vinden waar ergens de mogelijkheid is om zo'n vignet te kopen! En het printen kostte ook nog eens 10 minuten met de assistentie van de Helpdesk, heerlijk dat ICT gedoe.......!!!

dinsdag 19 juli 2011

Change of plans

Het vorige artikel (Verdun) stond al klaar op 15 juli, ik hoefde alleen nog maar de foto's toe te voegen......
Enfin, dat is dus vandaag gebeurd. Gevolg is wel dat jullie nu 2 artikelen op 1 dag krijgen......

Het broeide al even, maar onze gesprekken met andere bootjesmensen in Verdun en de havens daarna maakte ons heel erg duidelijk dat iedere Hollander en Duitser (en dat is 80% van de boten) een rondje maakt via Saar of Moezel. En met het toenemende probleem van het vinden van een aanlegplaats voor de nacht in die overvolle haventjes werd ons ook duidelijk dat dit voorlopig niet beter ging worden.
Na nog eens op de kaart te hebben gekeken en na een gesprek met Ido en Henriëtte van de "Anyway", hebben we vervolgens besloten na Commercy niet het kanaal de la Marne au Rhine, Partie Est (richting Toul) te nemen, maar partie Ouest van hetzelfde kanaal richting Vitry-le-Francois en dan naar Reims.
Van daaruit kunnen we vele wegen nemen, maar de bedoeling is om uiteindelijk via Lille, Kortrijk en Gent naar Den Haag te varen.  (Ja Gerrit, je leest het goed, we komen je opzoeken!!!)
Dit traject belooft een stuk rustiger te zijn en onze ervaring tot nu toe bewijst dat ook, maar er zijn ook een paar nadelen!!
Een daarvan is het aantal sluizen. Dat is ineens met zo'n 60 toegenomen! Nou zijn we daar intussen wel aan gewend, maar er zijn trajecten bij, zoals vandaag, dat de sluizen zo dicht op elkaar liggen dat wanneer je eenmaal aan het traject begonnen bent het ook moet afmaken. Resultaat: 22 sluizen in 24 km op een dag!! Wie had het over vakantie? Dat is dus gewoon een werkdag!!
Het begon overigens al goed fout, direct bij de allereerste sluis in dit traject, de eerste vol-automatische. De meeste tot nu toe genomen sluizen zijn weliswaar automatisch, maar die moet je zelf in werking stellen middels een "tele-commander", een kastje dat we hebben meegekregen dat een signaal stuurt naar een paal 300 meter voor de sluis. Deze volautomatische sluis heeft dat niet meer nodig, deze signaleert zelf dat er een schip in de buurt is en begint dan aan zijn cyclus.
Het begon allemaal goed, we werden gedetecteerd en wij voeren na de "Anyway" de sluis in. De enige handeling die verricht moet worden is nog steeds het optillen van de blauwe stang, wanneer de schepen vastliggen, waarna de deuren sluiten, het water stijgt, de deuren opengaan en de schepen uitvaren.

om te huilen.....
Ho, stop, terug. Dat uitvaren ging dus niet goed. De "Anyway" had de sluis verlaten en wij sukkelde er zo'n 30-40 meter achteraan. Op het moment dat we met de boeg dik tussen de deuren zaten besloot de automaat dat we er al uit waren en begon de deuren te sluiten. Dat gaat gepaard met lichtflitsen en luide piepen dus wij schrokken ons een bult. Afremmen en terug is geen optie, want die deuren gaan akelig snel. De enige uitweg: vol gas erdoor en dat hebben we dus gedaan. Helaas waren de deuren sneller dan wij en de rechterdeur greep ons nog net in de flank met de opnemer die controleert of de deuren dicht zijn.  De kras op bijgaande foto als resultaat.  En dat op die mooie pas geverfde romp....

proces-verbaal wordt opgemaakt
Alle lof overigens voor de mensen van VNF (Voie Navigable de France), de maatschappij die de kanalen en sluizen onderhoudt en bedient. Bij de derde sluis stond een auto van VNF en daar hebben we de monteur gewaarschuwd. Vervolgens stond bij de 6e sluis een functionaris met alle papierwerk, de sluis werd stilgelegd, het proces verbaal opgemaakt, foto's genomen, de kras gemeten, verontschuldigingen aangeboden en ons werd verzocht om vooral het Rayon Hoofdkantoor in Bar-le-Duc te bezoeken om geïnformeerd te worden over de behandeling van deze klacht.
Of dit ook betekent dat we schadeloos worden gesteld weet ik niet, maar de procedure tot nu toe is zeer goed.

hoezo: laag water?
De rest van de 13 sluizen die dag hebben zich overigens keurig netjes gedragen; geen incidenten meer.
Aan het einde van die rit, bevonden we ons op het hoogste punt tot nu toe: 280,75 meter. En dat niveau hebben we bereikt dankzij het nemen van 100 sluizen sinds Antwerpen.  Het vlak van Ronquiérès gaf ons een boost van 67,5 meter, maar de rest is gedaan in stapjes van 2-3 meter in de overige 99 sluizen!
Op deze hoogte lag de volgende verrassing te wachten: de tunnel van Mauvages. Een pijp door de berg van 4,8 km lengte waar je normaliter doorheen gesleept wordt en waarover we al de nodige horrorverhalen gehoord hadden. Gelukkig was ons al verteld dat de elektrische sleper buiten gebruik was i.v.m. de waterstand (??!!) en dat we op eigen kracht er doorheen konden.
eindelijk het zwarte gat
na mijn pensionering gevonden!
Bij aankomst bij de tunnel lag er al een klein Duits bootje te wachten en na zo'n 10 minuten kregen we groen licht. Wanneer je gesleept wordt duurt de tocht zo'n 1,5 uur. Nou, Captain Udo en zijn vrouw Claudia (zoals we later vernamen) zetten er direct de sloffen in en waren al na 5 minuten niet meer te zien of te horen. Wij deden het als tweede wat kalmer aan maar schoten ook lekker op. De "Anyway" is een zeilboot (zonder mast) maar met een kiel van 1,65 mtr en een diepte in de tunnel van normaal 1,80 kun je niet echt snel, zeker nu er niet gesleept wordt i.v.m. de lage waterstand!
Captain Udo heeft nu ongetwijfeld het snelheidsrecord, want hij was er doorheen in 30 minuten! Wij deden het overigens ook niet slecht met 45 minuten! Al met al viel het dus reuze mee. De tunnel was goed verlicht, de breedte met 6 meter alleszins redelijk, alhoewel er op een aantal plaatsen stalen verstevigingswanden geplaatst zijn die de breedte ineens terugbrengen tot net iets boven de 5 meter. Er staan overigens genoeg krassen op de muur als stille getuigen van de keren dat het niet goed ging!

Captain Udo met vers stokbrood!!
Die middag troffen we Udo en Claudia in de volgende haven en we hebben er een zeer gezellige middag met drie boten van gemaakt! Zo gezellig dat Udo de volgende ochtend 1 uur gefietst heeft om vers stokbrood voor 3 boten te halen! Die dag zijn we gedrieën aan het afdaaltraject van vandaag begonnen en waren gelukkig al ruim in de haven van Ligny en Barrois voor de hevige regenbui losbarstte. Vandaag is toch echt definitief een eind gekomen aan de lage waterstand!

Verdun

Na Sedan en Charleville-Mézières is Verdun de derde grote stad aan de Maas die we aandoen. Al bij het binnenvaren zie je dat, in tegenstelling tot met name Sedan, er hier wel bedrijvigheid heerst; veel verkeer, bevolkte industrieterreinen, grote supermarkten, veel mensen op straat. De Maas loopt dwars door het centrum en ook de "Port de Plaisance" ligt midden in de stad. Helaas: we waren er al voor gewaarschuwd door tegenliggers, de haven lag mudvol.
naast de barge van Nick en Diana
in Verdun
Bij de term haven moet je niet denken aan de doorsnee Nederlandse jachthaven waar al gauw honderden meters steigers en 10-tallen schepen liggen. De jachthaven in Verdun bestaat uit maximaal 100 meter steiger en 50 meter kademuur, waar dus ook maar maximaal 15 schepen kunnen afmeren. Nou, ze waren er toch in geslaagd om er zo'n 30 schepen in te proppen en die lagen er al toen wij met nog eens 2 schepen aankwamen. Toch zijn we er nog in geslaagd ieder een schip te vinden waar langs we konden afmeren om op die manier het vertier van Verdun niet te hoeven missen.


gedenkteken voor "La Grande Guerre"
Helaas, er is geen vertier in die stad.
Eigenlijk is het een diep trieste stad die gebouwd is op een van de meest strategische plekken aan de Maas. In haar geschiedenis is de stad al elf keer belegerd en iedere keer ten kostte van grote verwoestingen en talloze levens. Het absolute dieptepunt in deze cyclus was het jaar 1916 toen tijdens de Eerste Wereldoorlog (La Grande Guerre, zoals de Fransen zeggen) hier meer dan een half miljoen franse en duitse soldaten sneuvelden en meer dan 800.000 gewond raakten in de "Hel van Verdun". Een slag die meer dan 7 maanden duurde en waar om elke vierkante centimeter werd gevochten in de tientallen kilometers loopgraven.
in de Citadel konden we helaas geen
foto's maken.
We hebben een bezoek gebracht aan de Citadel van Verdun, een enorme versterking met in totaal 7 km. gangen en tunnels die in de berg zijn uitgehakt en die plaats bood aan 7000 soldaten tijdens die slag. Met een treintje wordt je door een deel van die tunnels gevoerd en middels films, licht en geluid wordt gepoogd de situatie van destijds te laten herleven. Indrukwekkend mag ik wel zeggen, tenminste wij waren onder de indruk. Je wordt er niet echt vrolijk van om te zien hoe nonchalant de (absolute) machthebbers van weleer omgingen met de levens van hun onderdanen, maar het is goed om daar eens met je neus opgedrukt te worden. Helaas schijnt de mensheid zeer hardleers te zijn want nog geen 20 jaar later hebben we het nog eens dunnetjes overgedaan en opnieuw is deze regio toen zwaar getroffen.
Buiten gekomen vallen ineens al die putten in de gebouwen op, waar talloze kratertjes in de grote zandstenen blokken zitten. En van een afstand zie je ineens wat het zijn: kogelgaten! Ze hebben ze gewoon laten zitten, er staat alleen niet bij of het kogels uit de 1ste of de 2de Wereldoorlog zijn.

de galerij rond de kloostertuin
De rest van de oude stad van Verdun is zoals ik al eerder beschreven heb: verveloos, leegstaand en vervallen. Met één uitzondering: als je de heuvel beklimt kom je boven bij de kathedraal van Notre Dame en het Bisschoppelijk paleis, die beiden gerestaureerd zijn. Toen we de kathedraal in gingen werd op dat moment het prachtige orgel bespeelt en werd een indrukwekkend (vooral qua volume) stuk ten gehore gebracht. Helaas kwam dat abrupt ten einde met een daverende klap. Of de organist viel van zijn kruk, of hij kreeg de klep van het klavier op zijn vingers, maar daarna hebben we geen toon meer gehoord.
Als je in Verdun bent: zeer de moeite waard. Fraai glas in lood, de gerestaureerde crypte die 150 jaar "verdwenen" is geweest, de zuilengalerij rond de kloostertuin, erg mooi allemaal.

De haven bleef druk, talloze boten moesten rechtsomkeert maken of doorvaren omdat er simpelweg geen plaats meer was. Iedereen kwam naar Verdun om niets te hoeven missen van het grote vuurwerk dat afgestoken zou worden op de avond voor de Nationale Feestdag op 14 juli. Nou, er was een vuurwerk op de avond van de 13e, maar dusdanig ver weg dat er in de haven niets van te zien was! Vandaag ging het alweer als een lopend vuurtje over de steiger dat het "echte" vuurwerk dan toch echt vanavond gehouden zou worden.
Wij hebben er niet meer op gewacht. Na een gezellige en lange koffie met onze buren Nick en Diana uit de UK waaraan wij afgemeerd lagen, zijn wij om 2 uur 's middags alsnog vertrokken. De enige reden: die meute van 30 schepen voor te blijven wanneer die op de ochtend van de 15e massaal Verdun willen verlaten. Voor 5 uur vanmiddag, het tijdstip waarop de bediening van de sluizen stopt, zijn we erin geslaagd 4 sluizen te nemen en aan te leggen in Dieue sur Meuse. Hier hebben ze ook vuurwerk: rotjes in de handen van de lokale teenagers. Tot nu toe hebben ze zich gedragen..........

zondag 10 juli 2011

Franse belevenissen.

Eindelijk Frankrijk!
Wij hebben onze lezers vreselijk verwaarloosd!! Alweer 10 dagen geleden dat we ons laatste bericht schreven!!
De belangrijkste reden is dat de Belgische zorgeloosheid waarmee ze WiFi verbindingen open laten staan, heeft plaats gemaakt voor degelijk beveiligde LiveBox-en van het Franse Orange. Alles degelijk dichtgespijkerd, dus Vaarttuig bleef lang zonder verbindingen, want om nu blog met foto's te maken op een roaming verbinding.... Weet je wel wat dat kost!!?
Ook Orange heeft niet echt een klantvriendelijke oplossing voor buitenlanders te gast in Frankrijk. Of je maar eerst euro 58 wil betalen voor een dongle. Daar krijg je dan wel zowaar een hele dag gratis bandbreedte voor, maar daarna moet je echter gaan opladen en dat beloopt 1 euro per 15 Mbyte. Weliswaar stukken goedkoper dan de roaming prijs van 2 euro per Mbyte, maar toch.
Alsof T-Mobile van ons probleem hoorde! Plotseling ontving ik een SMS waarin zij voor vakantiegangers in het buitenland "Travel en Surf" aanbieden. Een mogelijkheid om een dag of week onbeperkt internet te gebruiken via je telefoon. En dan een week voor euro 7,50, kijk, da's tenminste een aanbod!!
Dat handigheidje om vervolgens je laptop te koppelen aan je (Android) telefoon kennen we intussen en zo kunnen we dus weer internetten en bloggen zonder direct aan de bedelstaf te geraken.

aan de kade van Vireux - helemaal alleen!
Terug naar Frankrijk.
die tunnels zijn klein hoor!!!
en zo plat moet je zijn voor zo'n tunnel
Toen we (maandag 4 juli) bij Givet via de Maas Frankrijk binnenvoeren hadden we ook typische franse weersomstandigheden. Strak blauwe lucht, heerlijk zonnetje en mooie temperaturen. En dat betekent dus tent eraf en bimini erop, korte broek aan en insmeren met zonnebrand. Lang duurde dat helaas niet! Dinsdag was ook prachtig maar woensdag was kil en somber na een nacht vol regen. De rest van de week was gewoon hollands. Redelijke temperaturen (18 tot 20 graden) en wisselend bewolkt/zonnetje.

helemaal niet eng......!
Maar wat Frankrijk zo heerlijk voor ons maakt zijn de bijna zweedse omstandigheden. Tot nu toe hebben we 36 franse sluizen genomen (op 2 na allemaal volautomatisch) en in allemaal lagen we alleen. Op praktisch alle vaardagen zijn we praktisch geen schip tegen gekomen. Alsof je heel die Maas en die prachtige valleien waar je door vaart voor je alleen hebt. Met een slakkegangetje en ruimte genoeg om te genieten.
In 1 aspect zijn de fransen heel on-zweeds en dat is de inrichting van de sluizen. In het Göta kanaal zijn alle sluizen volstrekt identiek, van de afmetingen en het verval tot aan de plaatsing  van de bolders aan de kant. In Frankrijk dus niet. De afmetingen zijn weliswaar overal hetzelfde (48,30 x 5,70) maar daar houdt het ook mee op. De bediening staat dan weer links, dan weer rechts, dan weer vooraan, dan weer achteraan. De bolders staan op volstrekt willekeurige plaatsen, soms zelfs zo dat je niet eens meer bij de bediening kunt komen. Zelfs bij sluizen met een verval van bijna 4 meter zitten er dus geen bolders in de muur.
Het recept, zul je dan vragen??
de bediening
in de sluis
Wel; voor binnenkomst bekijk je of de bediening links of rechts staat en vervolgens hang je die kant van de boot vol met fenders. Bij voorkeur afwisselend laag en hoog. Vervolgens vaar je naar binnen en stopt bij de enige trap in de kolk (soms voorin, soms achterin). Aanvankelijk klom Juliette dan omhoog om boven op de muur de lijnen in ontvangst te nemen en over de bolders te leggen. Herman neemt dan de achterlijn (aan boord) en Juliette de voorlijn (aan de wal), dan activeer je de sluiscyclus door de blauwe handel te bedienen, waarna de Maas zich leegstort in de kolk. Geweldig is dat: iedereen heeft blijkbaar haast dus laten we die kleppen maar helemaal opengooien. Het voordeel is wel dat je in 5 minuten boven bent, het nadeel is dat je de lijnen dubbel over de bolders moet hebben liggen om het schip in toom te houden want het gaat werkelijk alle kanten op als je niet uitkijkt. Eenmaal boven stapt Juliette weer aan boord en varen we uit.
Na 2 dagen zo te hebben gewerkt begon het stress niveau bij Juliette behoorlijk te stijgen en hebben we de boel maar omgekeerd. Als we eenmaal aan de trap liggen klimt Herman de trap op en neemt de lijnen aan die Juliette aan boord vast legt. Daarna klimt Herman weer terug (Juultje vindt het prettig als ik aan boord ben en niet op de wal sta) en activeert de cyclus.

prachtige gedenknaald (Sedan).
maar wat vindt je van dat haan(tje)!!?
En zo zijn we intussen gevorderd tot aan Dun-sur-Meuse, het zoveelste pittoresque dorpje aan de Maas dat kan bogen op een lange en roemrijke geschiedenis, maar niet kan verhullen dat het er op dit moment maar armzalig en verlaten bij ligt. De armoede die in Wallonië er duimendik bovenop lag is hier beter verborgen, maar is er wel degelijk. De bruggen zitten in de verf, alle dorpen hebben de zo karakteristieke gedenknaald voor de gevallene in eerste en tweede wereldoorlog die ook vers in de verf en de bloemen zit. Maar 2 straten buiten de markt zijn de huizen verveloos en/of leeg. Er is veel leegstand, zelfs het pand van de makelaar is te koop en de fabrieken in de buitenwijken staan grotendeels leeg en zijn vervallen. Het schijnt dat de jeugd wegtrekt en wat achter blijft is te oud of heeft het geld niet om weg te kunnen gaan. Vreselijk jammer voor zo'n prachtige streek.
En toch worden die rijke toeristen die met hun prachtige boten door hun vervallen achtertuin varen vriendelijk ontvangen. Iedereen groet, iedereen zwaait, nergens krijg je het gevoel dat je niet welkom zou zijn, integendeel.

kamperen in het wild (Monthermé)
En zo tuffen we van dorpje naar stad. Voor de geïnteresseerden: na binnenkomst bij Givet hebben we de nacht doorgebracht aan steigers in Vireux, Deville, Monthermé, Charleville-Mézières, Sedan (2x), Mouzon en dan nu Dun-sur-Meuse. In een week 165 km en 36 sluizen door Frankrijk, we hebben hard gewerkt!!

zaterdag 2 juli 2011

We naderen Frankrijk.

Maar niet via de beste route........
Vanuit Brussel zijn we via het Zeekanaal Brussel-Charleroi gevaren, vervolgens via de Sambre naar Namur (Namen) om dan via de Maas richting Dinant te varen.
Het is een waterweg die typisch is ingericht voor de beroepsvaart. De sluizen, kaaien, aanlegplaatsen, maar ook het schutten is gericht op de "Commerce" en niet op de "Plaisance".  En dat betekent dat je eindeloos aan het zoeken bent naar bolders in sluizen die er niet zijn, naar plekjes om te overnachten, die er niet zijn en enig begrip van sluiswachters, die ze niet hebben. Het weer werkte ook al niet mee, de dinsdag en de woensdag waren dagen met regen en eindeloos wachten. Op mijn vraag aan de schipper van de "Cutty Sark" (een jonge Waal) waarom we nu weer 1,5 uur moesten wachten zei hij lijdzaam: "dit is Wallonië, probeer het niet te begrijpen want dat doen wij ook niet!".
Hoezo weinig water?? Alle sluizen lekken als de ziekte....
In dit geval had het dus te maken met te weinig water. De regel is dan dat de sluis beneden wacht  totdat er afvaart is (boven dus), vervolgens mag de opvaart de sluis in, gaat het hele spul omhoog, de opvaart vaart uit de sluis, de afvaart vaart erin en de boel gaat weer naar beneden om te wachten op het volgende koppeltje. Dat is de regel, wat niemand snapt is waarom er zoveel uitzonderingen op de regel zijn!!
Zo hebben wij 2 dagen gemaakt van minder dan 20 km en slechts 4 sluizen per dag. Die laatste sluis op woensdag brak echter wel alle records: "het hellend vlak van Ronquiéres".
Ronquiéres met uitzichttoren (150 mtr)
Een badkuip van 85 bij 12 meter die over een helling van 5% over een afstand van 1400 meter wordt gesleept en daarbij 68 meter de hoogte in gaat. Scheelt zo'n 16 sluizen. Een zeer indrukwekkend geheel en een prachtige ervaring.
"Vaarttuig" passeert tweede bak
tijdens de rit naar boven
Er zijn liefst 2 van dit soort bakken, maar 1 staat al enkele jaren stil midden op de helling. Er schijnt geen dringende economische noodzaak te zijn die bak te repareren of opnieuw in gebruik te stellen en het staat eigenlijk symbool voor de staat van Wallonië: het verval druipt er vanaf. En dat wordt helemaal duidelijk wanneer je vervolgens (op donderdag) Charleroi nadert. De bebouwing op de oevers toont een steeds grotere mate van verval, alles, maar dan ook alles, inclusief de bruggen, is zwaar verroest en het hele landschap straalt een enorme troosteloosheid uit. Ik dacht dat zoiets alleen in het voormalige Oostblok bestond, maar dit slaat alles!
Dante's Inferno
Er zijn wel eens films gemaakt die zich afspelen in een wereld na de derde (atoom) wereldoorlog en waarin de hoofdrolspelers moeten werken in een totaal vernielde en vervallen wereld. Nou, die wereld kunnen ze zo filmen in Charleroi. Wanneer je daar door de enorme troosteloosheid van die gigantische vervallen staalfabrieken en hoogovens vaart, wil je niet anders doen dan gas geven en wegwezen.

Leuke steiger, 's avonds hangplek voor jongeren
(zonder problemen)
En dat hebben we dan ook maar gedaan, gelukkig vonden we een half uur buiten Charleroi, in Auvelais, een simpele steiger tegen de steile kademuren en daar hebben we de nacht doorgebracht. De volgende ochtend uitgebreid inkopen gedaan bij de Lidl op 3 minuten afstand en toen weer verder richting Namen, intussen varend op de Sambre. Ook hier weer voldoende sluizen maar op de een of andere manier werkt dat watertekort hier anders dan bij de sluizen in het Zeekanaal. In gezelschap van de "Natrona" uit Druten voeren wij zonder wachten sluis in en uit totdat wij op de samenkomst van Sambre en Maas bij Namen weer afscheid van elkaar namen. Hij stroomafwaarts naar Maastricht, wij stroomopwaarts naar Dinant.
En zo liggen we dan nu aan een steigertje in een bocht van de Maas bij Profondeville. Eindelijk weer mooie landschappen, eindelijk weer schoon water.

de prachtige Maasvallei
Over schoon water gesproken: dat bestaat niet in Wallonië!! Gigantisch, wat drijft er een troep in het water: Plastic, bomen, plastic, flessen, plastic, planten, plastic, dode vissen en vogels en nog meer plastic. En dan alle troep die je niet ziet, maar alleen ruikt!
We hadden al eens een plastic flessendop uit het wierfilter gehaald, maar de oogst van vanavond was de grootste ooit. Echt compact dicht geslibd met allerhande troep. En stinken......
We hebben wel een probleem met de waterkoeling van de generator. Toen Juliette die startte voor het avondmaal, hoorde ik direct dat er iets mee was. Afgezet, luiken open en opnieuw starten, maar toen was het al te laat: impeller kapot, geen beweging in de wierpot. Dus (zonder eten!) aan het werk, impeller vervangen, eindeloos zitten peuteren om de losse schoepen uit de slangen te krijgen en weer starten. Nog steeds geen water!! Om een lang verhaal kort te maken: het aanzuigkanaal zit nog steeds verstopt. We hebben het doorgestoken, doorgespoeld met dekwaspomp en tuinslang, maar er komt nog steeds te weinig water door. Ik vermoed een stuk plastic aan de buitenkant voor de aanzuigopening dat je maar een klein eindje wegduwt maar er direct weer tegen aan gezogen wordt wanneer de generator loopt. Morgen eerst maar een eind varen alvorens we het nog eens proberen.
Nee, varen door dit stuk van Wallonië kan ons niet bekoren, maar we verheugen ons op Frankrijk!