maandag 23 juli 2012

Door Servië

Na een rustige nacht hebben we op woensdag 18 juli het anker gelicht om 09:00 uur. Vandaag gaan we Hongarije verlaten en betreden we Servië. Eigenlijk verlaten we niet alleen Hongarije, maar ook de EU en daarmee het Schengen gebied. Dat betekent ook dat we dus aan de Hongaarse zijde door een paspoortcontrole moesten. In Mohacs (km 1449 RU) heeft de EU een prachtige politiepost gebouwd, strak, modern en efficiënt georganiseerd. We werden naar de kant gewenkt, opgevangen door een soort van havenmeester, kreeg vervolgens een loopbriefje waarmee ik langs Politie (paspoort), Douane (scheepspapieren, BTW!), Waterpolitie (scheepspapieren, Vaarbewijs) en de dokter (besmettelijke ziekte, hygiëne) moest. Papieren, stempels, handtekeningen; een waar feest der bureaucratie. Als laatste staan er dan ineens 3 man aan boord en nog eens 3 man aan de reling die allemaal op hun gemak het schip en Juliette bestuderen. Alles Pico-bello in orde!
Na een klein uurtje konden we weer losmaken en nagewuifd door het hele contingent grensofficials voeren we richting grens.
Drielandenpunt Servië,Hongarije, Kroatië.
De grens is een imaginair punt, ergens midden in de Donau op km 1433. Een drielanden punt tussen Hongarije, Kroatië en Servië. En we varen dus gedurende 137 km op de grens tussen Servië en Kroatië waar zo'n 14 jaar geleden nog de bommen en granaten over en weer vlogen. Vreemd gevoel.
Na nog een paar kilometer arriveerden we in het Servische Bezdan: Controle. Dus vastgemaakt aan het enige beschikbare ponton en zo'n  300 meter gewandeld naar het grenskantoor. Oud, vervallen, overeind gehouden door de verf op de muren. 


Grensponton Servië, mag ik even vangen!
De "Kapitan", een welgedane 50'er, was vriendelijk en zette zich onverwijld achter een PC, startte de oerversie van Word op, laadde een formulier vol met Cyrillisch schrift en begon enthousiast mijn gegevens in te tikken. Om een lang verhaal kort te maken: Na 45 minuten te hebben getikt, gecrashed, opnieuw te zijn begonnen en mij talloze Servische vloeken te hebben geleerd, gaf hij het op, verliet de kamer om even later terug te keren met een jongere collega die daarna in 5 minuten het karwei klaarde en ik aan mijn ronde kon beginnen. Wederom politie, douane, waterpolitie, maar geen dokter. Ook nog een verschil: ik mocht 60 euro achterlaten als kosten voor het transit visum, kreeg echter geen kwitantie.
Nog een verschil: nadat Kapitan en Politie waren meegelopen naar het schip en geconstateerd hadden dat Juliette daadwerkelijk aan boord was, dook uit het niets een mannetje op met een kwitantie voor 10 euro. Dat was voor het liggeld aan het ponton. Politie en Kapitan hadden zich al schielijk teruggetrokken want die wisten wat er komen ging!! Juliette wilde nog een gevecht beginnen, maar ik had er geen zin in. Je kunt allerlei (hollandse) redenen verzinnen waarom dit hartstikke onredelijk, zelfs oneerlijk is, maar feit blijft dat dit land en ongeveer 25% van haar bevolking volledig aan de grond zit en van alles verzint om aan het eind van de dag toch een paar Dinar te hebben voor levensonderhoud. En dan is daar ineens dat prachtige schip en die zou geen 10 euro kunnen betalen? Ik heb het wederom afgeschreven als een werkgelegenheidsproject. Zou ik het kunnen aftrekken van de belasting??
Oorlogsschade in Vukovar

Om 16:00 uur, op Donaukilometer 1407 (linkeroever) het anker weer laten vallen. Weer zo'n prachtig plekje na een dag waarin je 1 brug, 2 veerpontjes en 2 vrachtschepen tegen bent gekomen. De meeste schepen varen blijkbaar 's nachts. In ieder geval werden we die nacht gewekt, om 01:30, doordat aan dek, pal boven ons hoofd, met een daverende klap de grote tafel omviel. Twee van die enorme riviercruisers kwamen langs op volle snelheid en veroorzaakte zoveel hekgolven dat we als een idioot lagen te rollen. Eigen schuld, dikke bult. Dat zal je leren: het schip moet ALTIJD op dit soort zaken voorbereid zijn.

Visrestaurant Kalos Carda in Backa Palanka
Op donderdag 19 juli zijn we eens flink doorgevaren: 113 km tot aan Backa Palanka. Het Servisch-Kroatisch grensgebied heeft absoluut niets te bieden. Geen dorpen aan de oevers, geen bruggen, geen veerpontjes, helemaal niets. Alleen Vukovar breekt dat beeld, de Kroatische stad die zo verschrikkelijk te lijden heeft gehad van die broederstrijd.
Backa-Palanka is een kleine Servische stad op de linkeroever waar wij voor anker konden gaan in een klein baggergat met op de oever een typisch Servisch visrestaurant. Het baggergat bleek kleiner en voller dan gedacht, maar gelukkig lagen er een paar lege ankerboeien. Dus Juliette, op haar buik op de boeg, probeerde met de voor dat doel gekochte "Zweedse haak" die boei te vangen onder het toeziend oog van enige 10-tallen Servische mannen. Natuurlijk stond er weer een harde wind die ons de verkeerde kant op blies, maar al met al hebben we het er toch redelijk vanaf gebracht. Met behulp van het ook uitgezette hekanker slaagden we erin niet middenin de mêlee van talloze roeibootjes te eindigen, iets waar de toeschouwers ongetwijfeld op hoopten!!
's Avonds zijn we met de Zodiac naar de kant geroeid en hebben ons tegoed gedaan aan de lokale Servische keuken van voornamelijk riviervis en groentesalade, ons aanbevolen door Johan, een andere gast, die op verzoek van de ober als tolk voor ons optrad. Na de eerste Servische ervaring van het grensponton een ware opluchting om zoveel bereidwilligheid en gastvrijheid te ervaren.
en grote vliegen dat ze hier hebben!!
Backa Palanka is ook het eind van het Kroatische grensgebied. Vanaf hier is links en rechts alleen nog maar Servië en dat merk je ook. Ineens zie je bootjes oversteken, zijn er pontjes, een brug en meer bebouwing op beide oevers.
Onderhandelen over € 100
Ons doel op vrijdag 20 juli is Novi Sad, maar dat eindigt na 40 km op een zandbank voor de haven. Dat wordt opgemerkt door Border Control Police die ons oppikt en verder begeleidt naar het ponton van de lokale Roeivereniging waar we maar net in een box passen die vol in de stroom ligt. Na ons gemeld te hebben in het aangrenzende restaurant verzekerde Maya ons daar dat we daar prima konden blijven liggen: geen enkel probleem. En als er toch iemand lastig doet: stuur ze maar naar Maya.
Nadat wij terugkwamen van onze winkel-expeditie stond daar ineens een grote, zware man. Of ik even van boord wilde komen.
voor dit? in geen 100 jaar!
Hij stelde zich voor als "manager of the ponton" en verklaarde met heel veel omstanden dat wij veel te zwaar waren voor zijn ponton, iets wat ik simpel kon weerleggen door met een hand de lijn te pakken en het schip naar me toe te trekken. Met veel toneel ging hij vervolgens naar de bevestigingskabels van het ponton kijken. Conclusie; nog steeds "te zwaar" en dat ging mij 100 euro kosten. Ik heb hem dus vriendelijk verteld had dat ik in geen 100 jaar 100 euro ging betalen en dat hij zich maar bij Maya moest melden.
Dit heeft al met al zo'n uurtje geduurd. Na dat uurtje was ik het gezeur moe, heb hem verteld wat ik van zijn opstelling vond en we hebben de lijnen losgemaakt en zijn vertrokken. Echter, naast ons lag een klein bootje met daarop een jongeman met een paar vriendinnen die erop aandrong te wachten tot zijn vader kwam. Vriendelijk aangeboden, maar daar had ik geen zin in; je ligt daar niet meer prettig, ook al wordt het geregeld. We waren echter nog geen half uur weg of dat kleine bootje kwam ons achterop. Vader was gearriveerd, had het verhaal van zijn zoon gehoord en bood nu uitgebreid zijn verontschuldigingen aan. Dit had niet mogen gebeuren en deze "ponton manager" was ver buiten zijn boekje gegaan. Toen hij hoorde dat we wilden gaan ankeren, stelde hij ons direct voor om ons naar een perfecte ankerplaats te brengen.
Geluk is: ankeren aan een klein eiland met Serven.
Zo gezegd, zo gedaan en we werden begeleid naar een eilandje waar op de een of andere manier al twee man in het water stonden die ons naar een klein zandstrandje loodsten waar we het schip op hebben laten vastlopen. Met 2 lijnen aan de bomen en het hekanker dwars op de stroom lagen we als een huis, waarna we naar een kleine strandtent gelopen zijn waar we uiteindelijk zijn voorgesteld aan een dozijn mensen en een heerlijke namiddag en avond hebben gehad te midden van talloze hartelijke, vriendelijke en gezellige Serviërs. We zijn gevoed en gelaafd en hebben over van alles gesproken: natuurlijk over varen en bootjes, maar ook over Servië, haar verleden en toekomst, over Karadic en Mladic (die zijn waar ze horen), de toekomst van hun kinderen, de plaats van Servië in de internationale gemeenschap (Europa is de enige plaats waar kan worden voorkomen dat weer gebeurt wat tot nu toe elke 50 jaar gebeurt). Aan het eind van de avond, liever gezegd tegen middernacht zaten we nog te praten met twee 23-jarige studentes in de filosofie die openhartig spraken over hun hoop, verwachtingen en kansen. Tamara en Adriana zijn 2 prachtige meiden met een brede belangstelling en naar buiten gerichte blik en wij hopen dat zij een rol kunnen spelen in de opbouw van een beter Servië. Dank voor een fantastische avond en veel succes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten