Vrijdag 12 april hebben we Alexandroupolis verlaten, nagewuifd door de Griekse Grenspolitie die om 06:00 uur aan de loopplank stonden voor een laatste paspoort- en bemanningscontrole. Toch netjes dat ze naar de boot kwamen zo vroeg!
Om 06:42, in het ochtendgloren, gingen de lijnen los en om 07:00 uur voeren we de havenhoofden uit.
|
er is niet zo gek veel te doen op zee:
een meeuw op een tonnetje! |
Nu denken een hoop mensen: Goh, wat spannend! We willen niet blasé klinken, maar als je het een paar keer gedaan hebt is er eigenlijk niks aan. Tenminste, Juliette en ik vinden er niets aan: allemaal water om je heen, niets te zien, oersaai. Geef ons maar een leuke snelstromende rivier met allerhande dorpjes langs de oever, veel leuker.
Want laten we eerlijk zijn: bij goede voorbereiding wordt je niet verrast door slecht weer (OK, uitzonderingen daargelaten) en is de route voorbereid en in de automaat.
En zo gebeurde het dan ook: buiten de havenhoofden heb ik de automaat ingesteld en vervolgens is die in 7 uur in rechte lijn naar de Dardanellen gestoomd. Onderweg hebben we 2,5 uur wat ruwe zee gehad vanwege schuin inkomende golven uit de Saros Körfezi (Golf van Saros) en moesten we in onze stoelen blijven. Toen we eenmaal deze Golf voorbij waren was de zee weer vlak en rustig.
Na die 7 uur zijn we een uurtje bezig geweest met het oversteken van de shipping lanes en het ontwijken van 2 uitvarende tankers en vervolgens was het nog 2 uur naar het eiland Bozcaada.
Kijk: 10 uur onderweg en alles wat we er over kunnen vertellen is het bovenstaande, saai toch!
Bozcaada is leuk, echt een typisch Turks vissershaventje. Bij het invaren aan stuurboord een kale betonnen steiger voor de jachten, aan bakboord een kleurrijke chaos voor de vissersbootjes en natuurlijk duiken wij daar middenin. Kwestie van er langzaam invaren, vragend rondkijken en wachten tot de eerste visser roept of wijst. En jawel, even later lagen we afgemeerd aan een klein stukje kade achter een grote viskotter geholpen door een plaatselijk visser.
Werden we in Griekenland uitgewuifd door de Kustwacht, hier werden we er door verwelkomd, echter niet voor een controle! De jongeman die zich aan de reling meldde stelde zich voor als een bemanningslid van de Kustwachtboot tegenover ons en bood aan om als gids te dienen op het eiland.
OK, of hij dan ook iets wist van de lokale wijnmakers waar Bozcaada zo beroemd om is?? Maar natuurlijk! Laat hij nou een vriend hebben die werkzaam is in een van de outlets van het meest bekende wijnhuis in Bozcaada: Çamlibag......
|
Alle varianten werden geproefd.... |
En zo liepen wij even later door het schilderachtige dorpje. Er heerste grote bedrijvigheid want dit is het eerste weekend dat veel van de restaurants en terrassen weer open gaan na de winterpauze. Overal werd gepoetst en geschilderd in de heerlijke middagzon. Onze gids bracht ons naar het proeflokaal van Çamlibag waar we hartelijk werden ontvangen en getrakteerd op een glaasje wijn. Even later kwam de vriend binnen die zich introduceerde als Günay en ons onthaalde op een complete wijnproeverij. De wijnen worden hier gemaakt van een lokale en eeuwenoude wijnstok, de Kunta en vervolgens geblend met Merlot of Chardonnay. Deze lokale rode wijnen worden altijd koud geserveerd en dat is waarschijnlijk ook de reden dat ze slechts 1 witte wijn maken (extreem droog) en een beetje Rosé (uitverkocht). Ook de jonge rode wijnen zijn erg droog en ze komen pas echt op smaak als ze een paar jaar oud zijn, maar dan zijn ze niet meer te betalen. Wijnen van 2012 kosten hier zo'n € 7/fles, een fles van 2010, € 12/fles en een fles Reserva 1998, € 30/fles. En dan heb je van alles er tussen in.
De proeverij was erg gezellig. Onze gids kon helaas niet mee doen want die moest naar Griekse les, maar hij vertelde ons in de tussentijd allerhande wetenswaardigheden over het eiland. Nadat wij toch maar een paar doosjes wijn hadden ingeslagen werden we vervolgens door Günay uitgenodigd om met hem mee te rijden naar de westzijde van het eiland om daar de zonsondergang gade te slaan.
|
prachtige zonsondergang |
Zo gezegd, zo gedaan. Nog snel even naar de boot voor een trui en camera, afscheid genomen van onze gids en weer terug naar het proeflokaal. Daar had Günay intussen een ander stel op bezoek die hij ook uitnodigde en zo vertrokken we met z'n vijven naar de zonsondergang, gewapend met 2 flessen wijn (aanbod van het huis) en een zak zoutjes (aangeboden door "Vaarttuig").
|
en het werd nog mooier |
De kliffen aan de westkant zijn indrukwekkend, zoiets als de kliffen van Dover. Er bovenop zijn 17 enorme windturbines gebouwd, waarvan 2 genoeg zijn voor de elektriciteitsvoorziening van het eiland, het restant is hun exportproduct. Vanaf de kliffen heb je een wijds uitzicht over zee tot aan het (Griekse) eiland Lemnos en natuurlijk op de horizon met haar prachtige zonsondergang.
Met een glaasje lokale wijn en aangenaam gezelschap hebben wij daar genoten van een prachtige zonsondergang, vakkundig gefotografeerd door Juliette.
Na afloop zijn wij nog met het Turkse koppel gezellig gaan eten, helaas kon Günay niet mee vanwege familieverplichtingen. Heel gezellig, maar wel koud op dat terras om 22:00 in de avond!
|
service van het Chateau |
De volgende ochtend stond Günay om 10 uur aan de boot met z'n scooter en onze dozen wijn; wat een service. Na het uitwisselen van e-Mail adressen vertrok hij weer en wierpen wij de lijnen los voor ons vertrek naar Ayvalik. Althans, dat was de oorspronkelijke bedoeling, maar dan hadden we toch echt om 6 uur moeten vertrekken. Ik had me een beetje verkeken op de afstand en gedacht dat het veel korter zou zijn dan de 115 km die het in werkelijkheid was. Dat gingen we dus niet halen voor zonsondergang!
|
Vertrek van Bozcaada |
Vanuit de haven van Bozcaada zijn we in een zuid-oostelijke koers onder de Aziatische kust gaan varen. Kijk, dat is dan weer wél leuk, je ziet de natuur, de kleurrijke dorpjes, de vissersbootjes die natuurlijk altijd vlak voor je boeg willen kruisen en af en toe een paar dolfijnen. De wind was zuid en naarmate we Baba Burun naderden, de kaap waar we omheen moesten in oostelijke richting, werd die harder en de golfen hoger. Met die zware deining op kop begonnen wij ons zorgen te maken over de ophanden zijnde koerswijzigingen. Bij ongewijzigde golfrichting zouden we de golven dwars krijgen en dat zou heel verschrikkelijk rollen betekenen.
|
Baba Burin gerond |
Maar hier krijg je het vreemde fenomeen van de meedraaiende winden. Toen wij met een ruime bocht om Baba Burin naar het oosten draaiden, draaide de wind en golven gewoon met ons mee. De zeestraat waar we indraaiden, de Müslim Kanali, wordt gevormd door het Turkse vasteland in het noorden en het Griekse eiland Lesbos in het zuiden, alle twee ruige kusten met steile klippen en hoge bergen daarachter. Een zuidenwind plooit zich om Lesbos heen en de zeestraat functioneert als een soort windtunnel. Ideaal dus, geen gerol, wel een hoop buiswater.
|
de oude haven van Assos |
Tweeënhalf uur later bereikten we het haventje van Behram Kale, zoals het tegenwoordig heet.
Dit haventje is echter beter bekend als de millennia oude haven van Assos, 3000 jaar geleden gesticht door de oude Grieken, en vooral bekend door het gedocumenteerde verblijf van Aristoteles in deze stadstaat.
|
Door deze man weet men een hoop van Assos |
De oude haven is een tijd geleden gerestaureerd door op de oude haven pieren nieuwe blokken te storten. Erg groot is dat haventje niet, wel erg vol. Door wat tegenstrijdige aanbevelingen van de wal dreven we af tussen de mooring lijnen van de kleine vissersbootjes. Normaal is dat geen probleem want een mooring is meestal een zinkende lijn, maar daar hebben ze hier geen geld voor.
|
pal aan het terras met ons eigen tafeltje.
Door de harde, koude wind slechts 1x gebruikt. |
Deze lijnen dreven dus en ik had geen zin om die in de schroef te krijgen. Met veel boeg- en hekschroef zijn we daar weer zijdelings uitgekomen en hebben vervolgens pal aan de terraszijde vastgemaakt aan een mooring die ons werd aangereikt door de exploitant van het hotel. Alleen, plotseling geen boeg- en hekschroef meer en dat is toch erg vervelend met deze harde zijwind. Maar goed, we kregen het schip toch veilig vast, maar wat nu weer?? Heb je net 2 weken zitten sleutelen en vervolgens begeeft eerst de kachel het en daarna de boeg- en hekschroef. Vorig jaar hebben we helemaal NIETS gehad (tot op de laatste dag) en nu elke dag een ander probleem!
|
monsters uit de diepzee bestaan! |
Uiteindelijk hebben we bijna een hele week in Assos gelegen. De hele week een krachtige tot stormachtige noordenwind die over de hele Egeïsche zee zware deining en hoge golven veroorzaakte. Aan onze kant niet eens zo heel erg aangezien wij onder de beschutting van de noordkust lagen, maar toch vervelend genoeg om behoorlijk last van te hebben.
|
het klassieke amfitheater |
Tja, wat doe je een week lang in Assos? Een dagje puzzelen en lezen, een dagje het oude amfitheater en de Byzantijnse muren bekijken, een dagje sleutelen, nog een dagje wandelen en nog een en je vervolgens nog 2 dagen te pletter vervelen want ze hebben nog geen winkeltje om brood te kopen! Toen we dan ook aan het eind van onze voorraden kwamen, hebben we het op vrijdag 19 april toch gewaagd de sprong te maken naar Küçükkuyu, 25 km verder naar het oosten.
|
wandelen in de bergen rond Assos |
Maar opnieuw sloeg het noodlot toe! Nog geen 10 minuten uit de haven begint er ineens een alarm te piepen en een rood lampje te branden. Wat nu weer!! Aangezien ik niet wist wat het rode lampje exact betekende en we het op geen enkele manier uitkregen, zijn we uiteindelijk omgekeerd en terug gegaan naar de haven van Assos. In de dwarswind opnieuw vastgemaakt (weet je nog: geen boeg- en hekschroef en dan een mooring uit het water vissen en vastmaken......) en de luiken opengegooid. Uit de digitale handleiding die ik intussen op de computer gevonden had, bleek het een controlelampje van de buiten koelwater temperatuursensor te zijn. Een telefoontje met Jeroen van Smelne leerden ons waar die zat en even later had ik hem ontkoppeld. Er was helemaal niks mis met de koeling, het water stroomde flink door het filter, er kwamen grote plensen uit de uitlaat, de motortemperatuur was OK dus we moesten er vanuit gaan dat het de sensor zelf was die de geest had gegeven.
|
Tussen de vissers van Küçükkuyu |
Om 11 uur maakten we opnieuw los en voeren uiteindelijk definitief weg van Assos.
Alleen, de morgenkalmte was intussen voorbij. De wind was aanzienlijk toegenomen en het hele traject had iets weg van een ritje over het IJsselmeer bij windkracht 6 tegen. Behoorlijk stampen en heel veel buiswater. Maar goed, we haalden Küçükkuyu in de geplande 2 uur en in die ruime haven vonden we een prachtige plek tussen de vissersboten direct aan de boulevard. Opnieuw even gedoe met aanleggen, maar met de hulp van een ook net aankomende vissersboot lagen we in no-time klem tussen de vissers met de boeg aan de wal.
Hoe we uiteindelijk de problemen met kachel en boeg- en hekschroef hebben opgelost, moet wachten tot de volgende blog!