woensdag 6 juni 2012

Duitsland verlaten

In het vorige reisverslag lieten we jullie achter in Berching op 24 mei.
Intussen is het 6 juni en zijn wij al gevorderd tot in Krems, 60 km voor Wenen in Oostenrijk. We hebben dus een heleboel in te halen en dat gaan we in deze aflevering proberen.
De Spaghetti brug over het Main-Donau Kanaal
Na Berching zijn we vertrokken naar Kelheim, de plek die het einde van het Main-Donau Kanaal en het begin van de Donau markeert. Op ons gemak hebben we die dag 4 sluizen genomen met een totaal verval van 51 meter.
Schwimmpoller: geen sluizenstress meer
Wat zijn die Schwimmpoller toch een uitvinding! Invaren, aanleggen, even wachten tot ie begint te zakken, dan vastmaken en op je gemak gaan zitten. Sluis Dietfort viel even tegen, want die liet ons anderhalf uur wachten, maar in die tijd maakten we kennis met een fietsend echtpaar dat op weg was naar Wenen. Respect!
Behalve de eerste sluis hebben we alle andere sluizen alleen genomen, wel zo comfortabel!
Kelheim is al net zo als al die andere steden langs Main en MDK: geen aanlegmogelijkheden behoudens dan voor rondvaartboten en cruiseschepen, dus we hadden het MDK alweer verlaten en voeren al op de Donau voordat we pas een haven vonden. Hafen-Saal is enorm groot en er liggen ook grote schepen. Hier werden we hartelijk ontvangen door havenmeester Wolfgang die direct aanbood ons mee te nemen om boodschappen te gaan doen toen hij hoorde dat we nog het e.e.a. nodig hadden. Dus een half uurtje later reden we met Wolfgang en zijn vrouw Linda naar de dichtsbijzijnde Aldi om onze Pinksterweekend inkopen te doen. Nog nooit zo snel gewinkeld: in 15 minuten stonden we weer buiten.

Voor de statistici onder ons: De Main en MDK Statistiek:
Van Mainz (4 mei)  tot Kelheim (25 mei 2012): 15 vaardagen en 7 ligdagen.
Totaal 67,9 motoruren waarin we 559,34 km hebben afgelegd. Dat is een gemiddelde afstand van 37,3 km/dag met een gemiddelde snelheid van 8,24 km/uur en een gemiddelde vaartijd van 4,53 uur per dag.
In die 15 vaardagen hebben we in totaal 50 sluizen genomen.
En het dieselverbruik?? Nog steeds geen idee. Na voltanken in Millingen hebben we in Miltenberg 200 liter bijgetankt en daar draaien we nog steeds op!
Het prachtige Donaulandschap (Beieren)
Hafen-Saal is mooi maar ook duur. De volgende ochtend zijn we dus weer vertrokken en met een rustige 1000 toeren op de motor en 4-5 km/uur stroom mee varen we met een snelheid van 12-14 km/uur de Donau af. Bimini neer, een stralend zonnetje, zwaaiende mensen op bootjes die het Pinksterweekend al zijn begonnen: Wat wil je nog meer!!
Nou: een ligplaats in Regensburg zou mooi geweest zijn, maar ook hier helemaal niets. We zijn nog de Donau zuidtak ingevaren op zoek naar het museumschip waar de ST-68 heeft gelegen, maar geen kans. Dus teleurgesteld omgekeerd en verder gevaren. Er zijn zoveel mooie plekken aan de Duitse waterwegen, maar je kunt er gewoon niet komen omdat de cruiseschepen het alleenrecht hebben op aanleggen. Jammer, jammer.

aan de steiger in Donaustauf
De 3 heren op een klein terrasje, direct na de spoorbrug Donaustauf, zwaaiden en riepen van alles. Ze keken vervolgens toch wel verbaasd toen ze ineens 12 mtr. Vaarttuig aan hun enigszins wankele steigertje hadden liggen. Hoe lang we wilden blijven? Nou, vannacht. Na wat beraadslagingen gingen ze dan toch akkoord en toen we even later ordentelijk hadden vastgemaakt zijn we met een dienblad bier de wal opgegaan om ons bij hen te voegen op het terras van de Wassersportclub "Donaustauf". Werd het toch nog gezellig.......
Afrekenen in bier......


De volgende ochtend, na een copieus Pinksterontbijt op het achterdek, weer op weg. Bij de sluis Straubing hoorde we dat de Donau na Deggendorf gestremd was voor alle verkeer door een schip met brand in de machinekamer. Dus niet getalmd en direct de zijarm in en tegenstrooms naar Straubing gevaren. Dit keer lachte het geluk ons toe. Vlak voor het stadje ligt een kleine WSA haven die nog een prachtig stukje muur vrij had. Het was even een moeilijke manoeuvre omdat we gedeeltelijk in de stroom lagen, maar gadegeslagen door 2 sportbootpiloten (met de handen in de zakken) hebben we het er netjes vanaf gebracht. Straubing zelf is een heel aardig stadje met een typerend stadsplein met daarop het karakteristieke Rathaus. Eenzelfde bouwstijl hebben we naderhand in Deggendorf gezien.
Plein en Raadhuis in Deggendorf
Op tweede Pinksterdag sloeg het weer om: dreigende luchten en de eerste buien. We hebben er een klusdag van gemaakt. Het slot van de voordeur klemt al een tijdje, mijn achterband was wéér lek, het klitteband van de horren rond de ramen raakt los. Er waren wat dingen met de nieuwe marifoon die ik moest uitzoeken etc. De dag was om voordat je er erg in hebt als je zo bezig bent.
Op dinsdag beginnen de mannen van de WSA weer te werken en dan wil je niet in de weg liggen, dus om 07:30 gingen de lijnen los en in een vroege ochtendnevel voeren we weg. Navraag bij de sluis leerde dat de stremming was opgeheven, dus we konden verder. Maar waarom zouden we? Ook in Deggendorf hebben ze een WSA haven en ook daar werden we met open armen ontvangen. Maar natuurlijk, ga lekker liggen. Kosten? welnee, teveel rompslomp!.
Omdat we zo vroeg waren vertrokken hadden we nu ook tijd genoeg om Deggendorf uitgebreid te bekijken. Dus de fietsen van boord, naar de VVV en vervolgens de bezienswaardighedenroute op de fiets gedaan. Die zijn meestal 1,5 - 2 uur, maar met de fiets doen we daar vaak maar 45 minuten over. Zodoende blijft er meer tijd voor een biertje op een terras!
's Avonds hebben we heerlijk asperges gegeten. Beierse asperges zijn minstens zo lekker als de Nederlandse.
Het beroemde orgel in de Dom van Passau
Van Deggendorf ging het de volgende dag naar Passau. Ook hier weer het bekende aanlegprobleem van de grote stad. We wisten dat de ST-68 midden in de stad in de monding van de Ils had gelegen, maar dan ben je al bijna door de stad heen. Dus toen wij, voordat we in de stad kwamen, voorbij de "ehemalige Hafen Passau-Raclau" kwamen met een vrijwel lege kademuur, zijn we daar naar binnen gedoken en hebben vastgemaakt aan de hoge muur vlak voor het botenhuis van de Wasserpolizei. Wel met de eigen grondpennen want ook hier: geen vastlegmogelijkheden. Daarna op zoek naar iemand met enige autoriteit en die vond ik na 1 km in het Wasserpolizei Hauptkwartier. Hier stoorde ik de oppercommissaris in zijn stafbespreking met 5 ondercommissarissen, maar de heren waren zeer genegen mijn vraag aan te horen. Na enig overleg besloten ze gezamenlijk dat zij er in ieder geval geen bezwaar tegen hadden dat "Vaarttuig" daar 24 uur bleef liggen; niet dat ze er iets over te zeggen hadden......
Goed, wij dus naar Passau op de fiets. Prachtig, prachtig, vooral natuurlijk weer die rijke barok aankleding van de Dom die tevens het grootste orgel van de wereld in huis heeft. Jammer dat we het niet in actie hebben gehoord. Wat ook jammer was dat het in de loop van de middag begon te regenen. De eerste bui hebben we nog kunnen ontwijken in de lobby van een hotel, de tweede in een lunchroom met heerlijk gebak. De derde kregen we echter over ons heen toen we de 3 km naar de boot fietsten. Doornat waren we toen we aankwamen!
Passau ligt op de grens met Oostenrijk. Even na de stad loopt de grens met Oostenrijk door het midden van de rivier. Pas na sluis Jochenstein, op km 2203, vaar je definitief Oostenrijk binnen, Echter: voor onze Oostenrijkse avonturen zullen jullie moeten wachten op een volgende aflevering van het blog!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten